Agility gaat over het samenspel tussen mens en dier. De hond is de volger die dankzij de mens een op voorhand bepaalde volgorde van obstakels en toestellen neemt. Die mens heet in agilitytermen de “handler”. Vertaald naar gewone mensentaal kom je al snel uit bij “de manager” of nog dichter bij “the leader”.
Dankzij agility kan je nu eenmaal ontzettend veel leren over constructief leidinggeven, wat dan weer leidt tot een sterk team vol werkgeluk.
3 tips op een rijtje…
1. Bijna alle fouten ontstaan door foute ‘handling’
In agility bestaan er drie soorten fouten. Veruit de vaakst voorkomende fout is die van slechte handling: je hond voert uit wat jij aangeeft, dus als de handler een fout maakt, volgt de hond en ontstaat er een strafpunt voor het team. De enige oplossing voor dit soort fouten: trainen.
De tweede soort fout zit in de moeilijkheidsgraad van het parcours: als de hond nog niet klaar is voor bepaalde bewegingen, gebeuren er fouten. De enige oplossing voor dit soort fouten: trainen.
De derde en laatste soort fouten wordt veroorzaakt door stress. Vergis je niet: zowel de mens als de hond kunnen er slachtoffer van worden. Voor dit probleem bestaan er twee oplossingen: trainen en geregeld deelnemen aan wedstrijden zodat de stressvolle context tot gewenning leidt.
Geen enkele soort van deze foutencategorieën geeft dus het recht om je te frustreren in je hond. De hond is de meest vlijtige teampartner die je je kan inbeelden en zal naar best vermogen uitvoeren wat de mens aangeeft.
| TIP : Vertrouw erop dat je teampartner het beste van zichzelf geeft en weet dat fouten de noodzaak aan extra oefening blootleggen. Kijk bovendien eens naar de instructies die je gaf en die tot het (negatieve) resultaat geleid hebben. |
2. Kijk naar je hand, niet naar je hond
Als het gaat over slechte handling, dan gaat het vaak over het punt dat de aandacht krijgt van de handler. Dat focuspunt bepaalt alles. In de hondenwereld spreekt men vaak over “de onzichtbare leiband” die tussen de handler en hond speelt. Die ingebeelde leiband creëer je door je ogen te focussen op het punt waar de hond naartoe moet. Dat kan je hand zijn, het landingspunt bij een sprong of een toestel dat flink wat meters verder op het parcours staat.
Kijken naar je hond brengt je onmiddellijk bij micromanagement, wat ervoor zorgt dat het gewenste samenspel quasi onmiddellijk verandert in een gevecht tussen handler en hond.
Raar maar waar: wanneer de handler naar de hond kijkt, kijkt de hond naar de handler en zo kom je gemakkelijk tot een soort van wederzijdse staarwedstrijd die enkel afleidt van de essentie. De enige oplossing voor dit probleem: trainen en leren kijken naar het punt waar de hond naartoe moet.
| TIP : Bepaal waar je naartoe gaat en focus op elke uitdaging op je pad zonder het einddoel uit het oog te verliezen. |
3. Belonen, belonen, belonen
Er komt dus heel wat training aan te pas bij agility en dat trainen pak je maar best constructief aan als je wil dat de hond een sterke teampartner wordt. Elke kleine stap in de goeie richting verdient een beloning. De kunst is dan ook om je succesjes te (h)erkennen en niet enkel grote resultaten positief te bekrachtigen. Loopt het fout? Dan herhaal je tot het goed gaat en alsnog kan overgaan tot belonen. Altijd goed eindigen met een jackpot als beloning is dan ook een must, zodat de hond vol goesting het terrein verlaat en al uitkijkt naar de volgende training.
En wordt er dan nooit bestraft? Nee! Ongewenst gedrag of fouten negeer je. In het allerslechtste geval leg je de hond neer, zodat die even kan afkoelen alvorens te hernemen, maar er komt geen verdere straf aan te pas. Een hond die graag werkt, wordt ontzettend blij van de beloning en dat is de perfecte aanmoediging. Negeren en zeker een time-out vindt je enthousiaste teampartner voldoende kwelling om de volgende keer iets anders te proberen.
| TIP : Vier je successen en werk samen de fouten weg door herhaling van het leerpunt tot je de succeservaring bereikt. |
Moraal van het verhaal?
Teamwork op een agilityplein is net hetzelfde als teamwork op de werkvloer. Als we kijken naar bovenstaande tips, dan komt het neer op:
- Vertrouw je teammaatje
- Focus op je bestemming
- (H)erken en vier je successen
Kort samengevat: werkgeluk werkt!
Wil jij werk maken van werkgeluk? Neem dan zeker deel aan de Week van het Werkgeluk. Elk jaar staan er in de voorlaatste week van september heel wat fijne activiteiten gepland in gans België. Alle info vind je op www.weekvanhetwerkgeluk.be.
De Week van het Werkgeluk wordt in België georganiseerd door Tryangle, specialist in welzijnsinterventies en werkgeluk.
Dit artikel werd ook gepubliceerd op Jobat.
